De tank Mark IV was de meest gebruikte tank in de Eerste Wereldoorlog. Hij was het product van de vele ontwerp- en tactische lessen die door schade en schande waren geleerd met de Mark I tank. Er werden slechts kleine aantallen van de tank Mark II en de tank Mark III gebouwd (50 stuks van elk) en de meeste ervan werden omgebouwd tot transportvoertuigen en voertuigen voor speciale taken. De Mark II had een breder rupsbandsegment na elke zesde schakel en de Mark III had betere bepantsering.

Toen in maart 1917 de Mark IV verscheen, was dat de voorloper van een serie van duizend stuks die het jaar ervoor waren besteld. Het ontwerp daterde van oktober 1916. De MKIV tanks werden gemaakt in deze bouwfirma's: William Foster & Co(zie foto), Lincoln Metropolitan Carriage, Birmingham.

De Mark IV was op verschillende punten anders dan de eerdere type, die onderling nauwelijks verschilden. Het belangrijkste verschil was de betere bepantsering, die varieerde van 6 mm tot 12 mm. Die werd voor het eerst gebruikt op de Mark III. Betere bepantsering was hard nodig omdat de Duitsers al snel antitankgeweren en pantserdoorborende munitie hadden ontwikkeld. Een andere verandering betrof de bewapening. De 6-ponder (57-mm) scheepskanonnen van de eerdere types waren zolang dat ze regelmatig ontzet raakten als de tank door zwaar terrein ploegde of loopgraven overstak. Ze werden in de Mark IV vervangen door veel kleinere kanonnen, die vanaf dat moment jarenlang de standaard tankbewapening vormden. De secundaire bewapening bestond uit vier Lewis mitrailleurs. De mitrailleurkasten werden verkleind en konden via rails naar binnen worden geduwd wanneer het voertuig vervoer werd. Bij eerdere versies moesten de mitrailleurkasten in hun geheel worden verwijderd. Er werden tal van mechanische verbeteringen aangebracht, waaronder een balk die dwars op de romp lag en voor het loswerken van de tank was bedoeld. Hij werd daartoe op de rupsbanden gemonteerd. De Mark IV zette een ontwerpconcept voort dat met de Mark I was begonnen. Sommige tanks waren bewapend met vier primaire mitrailleurs (twee per kast) en twee secundaire mitrailleurs. De 6-ponders werden daarin weggelaten. Ze werden gebruikt voor infanterie-ondersteuning en het 'schoonvegen' van loopgraven. Deze variant werd de Tank Mark IV (Female) genoemd ter onderscheiding van de Tank Mark IV (Male) die zwaarder was bewapend. Er was ook een variant met machinegeweren in een kast en een 6-ponder in de andere. Deze werd de Tank Mark IV (Hermaphrodite) genoemd

De eerste 'tankslag' van de Mark IV werd uitgevochten met Duitse Sturmpanzerwagen A7V's nabij Villier Bretonneux. De Mark IV werd eveneens met succes ingezet te Cambrai en in veel van de latere tankslagen. Na 1918 bleef de Mark IV nog vele jaren in dienst bij het Tank Corps. Sommige werden ingezet in Ierland. Een paar werden er aan de Italianen geschonken, maar waarschijnlijk de grootste gebruikers na de Britten waren de Duitsers. Veel Mark IV's vielen in handen van de Duitsers, die ze vervolgens tegen de Britten inzetten onder de naam Beutepanzerwagen IV (buitgemaakte pantserwagen IV). Andere varianten van de Mark IV waren de Mark IV Supply Tank,de Mark IV Tadpole Tank, die aan de achterkant met 2,74m verlengd was om loopgraven te knnen oversteken, en de Mark IV Fascine Tank, die voorzien was van grote takkenbossen van 1,4m doorsnede voor het opvullen van loopgraven. Er was ook een versie met een kraan van bergingsoperaties.

Bronnen: https://escertico.fandom.com, https://nl.wikipedia.org/wiki/Mark_IV_(tank)